Op reis, met en voor God

Door Bert en Dinie Varwijk

Op reis, met en voor God

Hoe kan je iets van God horen in je leven? In de rubriek ‘Levensverhaal’ geven heel gewone mensen een kijkje in hun leven en hoe God daarin heeft gesproken. Deze keer zijn Bert en Dinie Varwijk aan het woord. Ze wonen in Nunspeet, hebben vijf volwassen kinderen, veel gereisd en heel wat meegemaakt. Lees mee met het verhaal van God in hun leven.


We worden hartelijk ontvangen in de gezellige huiskamer van het echtpaar. Bert begint meteen te vertellen. Als het gaat om het spreken van God, zijn er een aantal Bijbelteksten voor hem belangrijk. Eén daarvan is Psalm 27:8: ‘Zoek Mijn aangezicht. Ik zoek Uw aangezicht, HEERE.’


Bert’s verhaal
Bert: ‘Ik kom uit een zakenfamilie met gelovige mensen. Al vanaf mijn geboorte heb ik problemen met mijn rug. Ik had altijd pijn en vroeg God ook waarom ik dat had. Mijn vader zei: ‘Ga naar de achterkant van het land of naar een bos, helemaal alleen. Vraag daar of God een sprekende God is. Als er geen antwoord komt, is er geen God.’

 

Op een avond lag ik na een werkdag in bed. Ik had pijn en wilde eens doen wat mijn vader had gezegd. Ik reed naar het bos, stapte uit en ging wandelen. Daar vroeg ik: ‘Heer, als U bestaat, wilt U dan tot mij spreken?’ Er gebeurde niks, maar ik werd wel wat bang. Het was ook helemaal donker in het bos. Ik dacht: misschien verschijnt er wel een engel. Daarom ging ik achter een boom staan, maar er gebeurde verder niets. Een aantal dagen later lag ik in bed te bidden en werd ik aangeraakt door de Heilige Geest. Het was heel bijzonder, alsof ik uit mijn lichaam was. Ik vroeg: ‘Heer, neemt U me nu mee naar de hemel? Daar heb ik geen pijn meer.’ 

 

Vóór die ervaring las ik soms al in de Bijbel, maar daarna las ik met veel meer interesse. Ik kreeg ook dromen waarin ik in een bus reed en zei tegen God: ‘Ik kan niet zo goed spreken, maar wel rijden.’ Ik kreeg het verlangen om te rijden voor God, naar verschillende landen, met jonge mensen uit verschillende kerken. In 1977 startte ik met een Discipelschap Training School (DTS) van Jeugd met een Opdracht. Daarna werd ik onderdeel van de staf en reed ik in een bus naar verschillende landen. Ik bracht en haalde onder andere veel jonge gelovige mensen naar het schip de Anastasis, waar we later betrokken bij raakten. Zo werd mijn droom vervuld.’

 

Ondertussen komt Dinie met een dienblad met lekkere koffie en thee binnen. Ze schuift bij ons aan en vertelt ook haar verhaal.


Dinie’s verhaal
Dinie: ‘Ik heb de pabo gedaan, dat was toen nog de pedagogische academie. In mijn examenjaar ben ik tot geloof gekomen. Daarna wilde ik een Bijbelschool gaan doen. Ik zei tegen God: ‘Als ik een folder van een Bijbelschool in mijn brievenbus krijg, dan zie ik dat als bevestiging.’ Maar er kwam geen folder. Wel moest ik denken aan de woorden van Paulus, dat je mag blijven waarin je geroepen bent (1 Korinthiërs 7:20). Daarom besloot ik na mijn opleiding les te gaan geven. Zoekend naar een baan, zag ik een vacature voor een onderwijzeres in Oldebroek. Op dat moment hoorde ik een stem achter mij: ‘Dit is de plaats.’ Ik had geen idee waar Oldebroek lag, maar solliciteerde, werd aangenomen en startte daar met lesgeven. 


Op een dag vroeg iemand me mee naar een bijeenkomst van Jeugd met een Opdracht, op Heidebeek, in Heerde. De sfeer, de aanbidding en het onderwijs spraken me erg aan en ik kreeg het verlangen daar vaker heen te gaan. Ook sprak ik op een zendingsconferentie met een gezin, dat terugging naar Tsjaad. Zij zochten een onderwijzeres voor de kinderen. Mogelijk was dat iets voor mij. Ik ben bij het gezin op bezoek geweest en nam de tijd om bevestiging te zoeken of ik met hen mee naar Tsjaad zou gaan, maar vond deze bevestiging niet. Niet veel later brak er oorlog uit in Tsjaad en moest het gezin terug naar Nederland. Dat was erg naar, maar wel een bevestiging voor mij. Ik dacht aan de tekst uit de Psalmen dat je in God mag zijn en Hij de wensen van je hart wil geven (Psalm 37:4). Ik heb me daarom opgegeven voor de DTS en startte daarmee in 1979.



Op reis, met en voor God

Hoe kwamen jullie bij elkaar?
Bert: ‘Ik was staflid van de DTS en Dinie was student.’
Dinie: ‘Na de onderwijsfase gingen we op reis naar Rusland.’ 

Bert: ‘Ik was mee als buschauffeur. Voor de reis kreeg ik twee teksten mee. ‘Rijd voorspoedig uit’ (Psalm 45) en ‘Hij beschermt zijn gebeente, er zal geen bot worden gebroken.’ (Psalm 34:21) Daar snapte ik niets van. Floyd Mcclung zei: ‘Misschien ga je met voorspoed heen, maar niet met voorspoed terug.’ En dat gebeurde. De laatste dag in Rusland kregen we een ongeluk. Ik wilde een vrachtwagen inhalen, maar die reed ineens naar links. De bus was total loss en ik zat vast achter het stuur.’ Dinie laat ons foto’s zien van de bus en vertelt: ‘Bert begon spontaan in tongentaal te bidden en brak het stuur. Je kunt een stuur niet breken, het was God die dat deed. Zijn benen zaten nog vast, dus moesten ze de stoel losschroeven. Hij moest mee naar het ziekenhuis, maar had niets gebroken. Precies zoals in de Bijbeltekst stond. In de trein terug voelde ik me aangetrokken tot Bert. Ruim een jaar later (in mei 1981) zijn we getrouwd.’


Hoe weten jullie dat iets van God is?
Bert: ‘God spreekt wel, maar vaak hebben we het niet door. We moeten er acht op slaan.’

Dinie: ‘Ik heb verschillende keren ervaren dat Bert Gods stem eerder verstaat dan ik.
Toen we op een camping in Friesland stonden, gaf iemand ons een folder over een weeshuis in Libanon. Op het gebouw stond Light of the World. Toen we een jaar getrouwd waren, werd er vanuit Jeugd met een Opdracht gevraagd wie er een verlangen had om naar Libanon te gaan. We gingen ervoor bidden en hadden de indruk dat we moesten gaan. Een woonplek in Libanon zoeken was moeilijk, maar uiteindelijk had onze contactpersoon een plek gevonden. Op de gevel van dat gebouw stond: Light of the World. Het was het gebouw van de folder!
Bert: ‘Zonder dat we het wisten, kregen we hints over waar we terechtkwamen.’

 

Dinie: ‘Ik was toen zwanger van onze oudste zoon. Ondanks dat de situatie niet veilig was, voelde ik me wel veilig. God was met ons.’

Bert: ‘Tijdens de zwangerschap zei een arts op Heidebeek: ‘Jullie zullen een Jozef en Maria ervaring krijgen.’ Dat was een profetisch woord, maar we legden het toen naast ons neer. We zullen zien wat er gebeurt. Onze zoon Matthijs werd geboren. Kort daarna brak de oorlog uit en moesten we vluchten. De grens was toen open en we kwamen in Jeruzalem terecht. We hadden geen geld en konden geen plek vinden om te slapen. Uiteindelijk reisden we richting Bethlehem en kwamen we terecht in een stal met dikke muren. Dat was de Jozef en Maria ervaring! De volgende ochtend vonden we geld op onze koffer om verder te reizen. God voorzag in wat we nodig hadden!’ 

 


Hoe gaan jullie om met woorden waarvan je niet zeker weet of ze van God zijn?

Bert: ‘We gaan voorzichtig om met het verstaan van Gods stem. Soms kan het jaren duren voordat je iets ziet uitkomen waarvan je dacht dat God het gezegd had. En je kan je afvragen hoe je iets moet interpreteren.’
Dinie: ‘Wij zien niet alles en hebben soms de neiging om dingen zelf in te kleuren, maar dat mogen we aan God geven. Tijdens mijn DTS gaf iemand mij een profetie dat ik veel talen zou spreken. Die vele talen heb ik niet gesproken, maar ik ben wel in veel landen geweest.’
Bert: ‘Als we iets niet zeker weten, leggen we het idee op de plank voor later. Als het van God komt, komt het terug.’


Tot slot: hebben jullie nog een boodschap voor de lezers?
Bert: ‘Vasthouden!’
Dinie: ‘Dat wilde ik ook zeggen: vasthouden! Blijf verwachten. God is echt te vertrouwen.’