Zaaien in de levens van onze kinderen

Door Mery Jaspers

Zaaien in de levens van onze kinderen

Filippenzen 1:6 ‘Hiervan toch ben ik ten volle overtuigd, dat Hij, die in u een goed werk is begonnen, dit ten einde toe zal voortzetten, tot de dag van Christus Jezus.’

 

Met deze tekst sloot Priscilla Docter haar artikel af in de Gezinspraat van het vorige (F)Luistermagazine. En ik wil er graag mee beginnen. Dit is namelijk een prachtige belofte, die ik vaak heb uitgesproken naar God. Wij zaaien als ouders, hebben lief en leven voor, maar Hij moet de wasdom geven.

 

Samen bidden

Jarenlang heeft mijn man Hans de kinderen gezegend voordat ze de deur uitgingen en ook nu nog nemen we dagelijks tijd om voor onze kinderen te bidden. We hebben samen met hen vele wonderen mogen beleven. Vijftien jaar lang hebben we van giften geleefd en onze kinderen hebben gezien en ervaren dat God voorzag in wat er nodig was. 

 

Ik kan getuigen van vele keren dat God gesproken heeft over situaties die zich voordeden. Zo zag één van mijn kinderen de hand van God in een droom. In die hand lag mijn moeder – hun oma -, toen zij overleed. Wat was deze droom een bemoediging in deze verdrietige tijd. 

 

In een andere situatie sprak God tot mij dat ik zes vrouwen moest vragen om te bidden voor mijn dochter, toen zij in een hele moeilijke situatie zat. Voor elke dag vroeg ik een andere vrouw. Zes weken lang hebben deze zes vrouwen gebeden en tijdens die weken was er een doorbraak in het leven van mijn dochter en kon ze breken met de duisternis.

 

Ook bad ik voortdurend voor wijsheid voor allerlei situaties, als mijn kinderen ergens heen wilden in hun vrije tijd of bijvoorbeeld evenementen wilden bezoeken. Tijd is hierin een belangrijke factor geweest. Heel vaak ging het feestje niet door of kwam er iets tussen, waardoor er geen beslissing meer nodig was om wel of niet te gaan. 

 

Vaak sprak God tegen mij: ‘Heb lief, ga voor de relatie, los dingen op met humor en maak niet overal een probleem van.’

 

Het bekende repertoire

Al jarenlang bezoeken wij de Opwekkingsconferentie. De meeste jaren gaan de kinderen mee of komen ze een dagdeel op bezoek. Het hele Opwekkingsrepertoire zit in hun hoofden. Soms als ze alleen al de begintonen horen, weten ze welk lied het is. Op een zelfde manier hebben ze ook het Elly & Rikkert trauma opgelopen. Zo vaak werden deze liederen bij ons thuis geluisterd. De teksten staan in hun geheugen gegrift. Ook op deze manier hebben we zaadjes geplant.

 

Gods alomvattende armen

Vooral tijdens de jaren waarin we in Roemenië leefden, hadden we te maken met grote uitdagingen, op het gebied van liefhebben en vergeven, maar ook omdat ons gezin voor lange tijd gescheiden van elkaar was. Onze drie oudste kinderen bleven namelijk in Nederland om te studeren en Hans was daar ook vaak om hen te helpen. 

 

Soms ervoer ik (ondanks die grote afstand) dat één van hen door een lastige tijd ging. Dan sloot ik mijn ogen, tilde dat kind in mijn armen en liep een denkbeeldige trap op naar boven. Daar legde ik hem of haar in de armen van Jezus: de beste plek om ze te brengen! Ik bad dan: ‘Heer, mijn armen reiken niet tot in Nederland, maar die van U omvatten de hele wereld. Wilt U ze een knuffel van mij geven?’

 

Nu zijn al onze kinderen volwassen en bijna allemaal uitgevlogen Ik zie de vruchten van wat we gezaaid hebben. Ze hebben lief en hebben mooie pure harten. Ze zoeken hun weg in het leven: sommigen wandelen met de Heer en anderen zoeken nog. Ze wonen op verschillende plekken in Europa, maar zijn door gebed toch allemaal dichtbij.